verhalenverteller Melanie Plag

Naar de fabel van Aesopus.

Haas heeft altijd haast. Hij doet nooit eens rustig aan. Rennen is het liefste wat hij doet. Zoef! Door de velden. Zoef! Door de bossen. Zoef! Niemand kan hem bijhouden. Hij is de snelste. De aller-aller-snelste. En als hij even stopt, let hij goed op. Zijn lange oren houdt hij gespitst. Zijn ogen kijken rond. Zijn snorharen trillen. Is er iets lekkers te eten? Of dreigt er misschien gevaar? Dan gaat hij er snel weer vandoor.

Zoef! Daar gaat Haas. Zijn poten vliegen over de grond: hop-hop-hop. De wind suist langs zijn oren. Hij vergeet alles om zich heen. Rennen moet hij. Rennen, rennen, rennen.
Maar, wat is dat?! Er staat iets in de weg! Er loopt iets op het pad. Het is Schildpad. "Aan de kant!" roept Haas. "Opzij! Ik ben het: Haas!". Maar Schildpad gaat niet aan de kant. Schildpad is traag. Heel traag. Voordat hij snapt wat er aan de hand is, is Haas al vlakbij. Haas kan nog maar net op tijd stoppen.

Haas en Schildpad A

"Stommerd!," zegt Haas, "waarom ga je nou niet aan de kant? Je ziet toch dat ik eraan kom!" "Sorry Haas," zegt Schildpad, "ik ben niet zo snel als jij. Ik doe liever rustig aan. Voetje voor voetje." Haas snuift: "Pah! Voetje voor voetje! Dat is saai. En het schiet niet op. Zo kom je toch nergens!"
"Niet waar," zegt Schildpad, "ik kom overal. Alleen duurt het een beetje langer." Haas lacht. "Ja, je komt er wel, maar zeker altijd te laat! Hahaha!"
Schildpad kijkt naar Haas. Wat een opschepper is het. Altijd de snelste. Altijd de eerste. Altijd druk, druk, druk. Het wordt tijd dat hij eens een lesje leert. Schildpad heeft een idee...

"Zeg Haas," zegt Schildpad, "ik kan niet rennen zoals jij, maar toch denk ik dat ik een hardloopwedstrijd van jou kan winnen." Haas valt bijna om van het lachen: "Jíj? Met je voetje voor voetje? Daar geloof ik niks van. Dan speel je zeker vals." "Nee hoor," glimlacht Schildpad, "helemaal eerlijk. Ik vraag wel aan Vos of hij de scheidsrechter wil zijn. Dan kan er niemand vals spelen."
Haas stopt met lachen. Schildpad meent het serieus. Dat kan toch niet waar zijn? Die trage schildpad tegen hem, de snelste van alle dieren? Haas weet nu al dat hij zal winnen en Haas houdt van winnen. "Goed," zegt hij, "een wedstrijd. Zeg jij maar wanneer." "Morgen," zegt Schildpad, "bij de dikke boom bovenop de heuvel." Haas knikt. "Tot morgen!" en weg is hij.

Haas en Schildpad B

De volgende morgen staan ze onder de dikke boom bovenop de heuvel: Haas, Schildpad en Vos. Vos heeft met zijn poot een startlijn getekend in het zand en vertelt hoe ze moeten lopen: de berg af, een rondje om het veld met kool en dan weer de berg op. Wie het eerst terug is bij de boom, heeft gewonnen.
"Ha," denkt Haas, "het koolveld is groot, heel groot. Voordat Schildpad daar omheen is gewandeld, is de dag al voorbij. Ik ga winnen. Ik weet het zeker."
Hij spitst zijn oren. Hij buigt zijn rug. Hij zet zijn poten schrap. Schildpad komt naast hem staan en Vos telt af. "Op jullie plaatsen... klaar voor de start... af!"

Zoef!!!! Weg is Haas. Hij gaat er vandoor als een speer. Met grote sprongen, hop-hop-hop. De zon schijnt op zijn kop. Het gras ruikt fris. De wind waait zachtjes door zijn vacht. Heerlijk gaat het.
De boom met Vos ligt al gauw ver achter hem. En Schildpad ook. Schildpad doet het rustig aan, net als altijd. Voetje voor voetje schuifelt hij de berg af.

Haas en Schildpad C

In een mum van tijd is Haas bij het koolveld. Hmmm... kool! Haas is gek op rennen. Maar hij is ook dol op kool! Hij stopt en kijkt om. In de verte ziet hij Schildpad. Het duurt nog wel even voordat Schildpad hier is. Voetje voor voetje gaat niet erg snel. Haas kan best even een hapje eten. Dan rent hij daarna wel weer verder.
Haas snoept van de kool, hap-hap-hap. Wat is dat lekker! Hij eet en hij eet, totdat er niets meer bij kan. Zijn buik zit vol. Daar word je slaperig van.
Haas kijkt nog een keer. Schildpad loopt nog steeds heel ver weg. Hij kan ook nog wel een dutje doen. Dan rent hij daarna nog wat harder. Hij weet zeker dat hij toch wel wint.

Haas gaat liggen tussen de kool. Hij doet zijn ogen dicht. Even een klein tukje. Dat kan best. Hij houdt van rennen en van kool, maar ook van slapen! Hij doet een hazeslaapje. Hij droomt over kool en over hardlopen. Hij droomt dat hij de wedstrijd wint. Haas is de snelste van de hele wereld!

Haas en Schildpad D


Schildpad is niet snel. Maar hij loopt wel door. Voetje voor voetje. Stap voor stap. Zo komt hij bij het veld vol kool. Schildpad houdt ook van kool. Maar hij eet niet. Nee, niet nu. Hij moet door. Schildpad is moe. Maar hij stopt niet. Hij slaapt straks wel. Nu moet hij volhouden. Voetje voor voetje, stap voor stap naar de finish.

Haas schrikt wakker. Hij heeft lang geslapen. Langer dan hij dacht. De zon is gezakt. Het is al laat. De wedstrijd! Hij moet snel verder, want hij moet winnen! Maar... waar is Schildpad?

Haas en Schildpad E

Haas kijkt om zich heen. In de verte ziet hij de boom. En dan ziet hij Schildpad. Héél ver weg. Vlak bij de boom! Haas schrikt zich rot. Straks wint Schildpad nog. Dat kan toch niet? Haas is de snelste!

Zoef! Hij gaat er vandoor. Zo snel heeft hij nog nooit gelopen. Hop-hop-hop, daar gaat hij. Het koolveld uit en de berg op. Terug naar de boom. Harder en harder. Sneller en sneller. Zijn hart bonkt in zijn keel. Zijn poten doen pijn. Zijn mond hangt open en hij hijgt. De boom komt steeds dichterbij. Schildpad is vlak bij de boom. Hij mag niet winnen. Dat wil Haas niet. Echt niet.

Dan komt Haas bij de boom. Hij springt over de streep. Maar Schildpad is er al. Vos lacht. "Jammer Haas, je hebt verloren. Schildpad doet rustig aan, maar was er toch het eerst. Eerlijk is eerlijk."

Haas en Schildpad F

Dat had Haas niet verwacht. Hij kijkt sip. Hij weet zeker dat hij sneller loopt dan Schildpad. Maar hij weet ook dat Vos gelijk heeft: wie het eerst over de streep komt heeft gewonnen. Haas lette niet op en Schildpad hield vol - voetje voor voetje, stap voor stap - en won.

 

Tekst en tekeningen van Melanie Plag.

© Babboes 2013