Sinterklaas is heel oud. Zo oud dat alles niet meer zo gemakkelijk gaat. Naar de keuken lopen voor een kopje koffie, een boek pakken van de bovenste plank, bukken om iets op te rapen: voor Sinterklaas valt het niet mee. De jongste piet blijft daarom altijd in de buurt van Sinterklaas om te helpen. Omdat hij zo klein is, noemt iedereen hem Pietje.
Op een dag zat Sinterklaas te schrijven in zijn grote boek. Al uren! Pietje had koffie gehaald en vullingen voor de vulpen en had de gordijnen dicht gedaan tegen de zon. Maar nu zat hij al een hele tijd te wachten op het volgende klusje. Best wel saai. Hij wiebelde op zijn stoel. Hij peuterde in zijn neus. Hij probeerde zolang mogelijk zijn adem in te houden. Hij telde de boeken in de kast. Hij strikte voor de honderdste keer zijn veters. Hij zuchtte.
Sinterklaas zuchtte ook: "Pietje, ik word dol van dat gewiebel van je. Hier is mijn ring. Ga die maar mooi oppoetsen, beneden bij de andere pieten. Dat is vast gezelliger dan stilzitten in mijn werkkamer." Opgelucht pakte Pietje de ring aan. Het was een dikke ring van goud, met een grote rode steen. Hij was trots dat hij die mocht meenemen! "Raak hem niet kwijt hoor Pietje," zei Sinterklaas, maar Pietje hoorde het niet. Hij rende al door de gang met de ring stevig in zijn hand.
In de Pietenkamer was het rustig. Luisterpiet lag in zijn eentje op de bank met een koptelefoon op zijn krullen. Andere pieten waren er niet. Misschien deden ze een middagdutje in hun slaapkamer, want ze hadden een drukke nacht gehad. "Kijk, de ring van Sinterklaas!" zei Pietje, "Ik mag hem poetsen!" Luisterpiet keek op, zei "Hmm hmm," en luisterde verder naar zijn muziek.
Pietje legde de ring op tafel. Hij had een poetsdoek nodig. Die kon hij vast wel vinden in de kelderkast. Hij rende de kamer uit om er een te halen.
Een paar minuten later kwam hij terug. Hij ging zitten aan tafel en... de ring was weg! Hoe...? Was hij misschien van de tafel af gerold? Hij keek op de grond. Niets. Op de stoel. Niets. Of had hij hem toch in zijn zak gestoken? Ook niets. Natuurlijk niet. HIj wist zeker dat hij de ring op tafel had gelegd.
Luisterpiet was nog steeds de enige andere Piet in de kamer. Met zijn ogen dicht neuriede hij met zijn muziek mee. "Luisterpiet! De ring is weg!" Luisterpiet opende zijn ogen: "Ring?" "De ring van Sinterklaas! Ik heb hem net hier neergelegd. Weet jij waar hij is? Ik moet hem poetsen." Luisterpiet keek met een scheef lachje naar Pietje. "Misschien." Pietje keek hem met grote ogen aan. "Weet je wat?" zei Luisterpiet, "als jij voor mij een speculaaspop haalt bij Bakpiet, dan vertel ik waar de ring is." Hij deed zijn ogen weer dicht en bewoog zijn hoofd op en neer op de maat van de muziek. Pietje dacht na. Hij moest die ring terugkrijgen en Luisterpiet wist er duidelijk meer van. "Is goed," zei Pietje met een zucht, "een speculaaspop."
Pietje rende naar de keuken. Daar was Bakpiet druk bezig. Met een deegroller rolde hij het deeg uit voor de speculaas. "Bakpiet! Mag ik van jou een speculaaspop? Die geef ik dan aan Luisterpiet en dan vertelt hij waar de ring van Sinterklaas is, zodat ik hem kan poetsen." Bakpiet stopte met rollen. "Weet je wat? Als jij voor mij een stuk pakpapier haalt bij Inpakpiet, dan geef ik jou een speculaaspop. Ik wil namelijk graag een paar speculaasjes als cadeautje inpakken voor mijn vriendinnetje." Bakpiet ging verder met rollen. "Is goed," zei Pietje met een zucht, "een stuk pakpapier."
Hij rende de keuken uit, naar de grote kamer waar alle cadeautjes werden ingepakt. "Inpakpiet, heb je voor mij een stuk pakpapier? Dat geef ik dan aan Bakpiet, dan geeft hij mij een speculaaspop, die geef ik dan aan Luisterpiet en dan vertelt hij waar de ring van Sinterklaas is, zodat ik hem kan poetsen." "Ha Pietje," zei Inpakpiet, "je komt precies op het goede moment. Ik heb geen zakken meer om de ingepakte cadeautjes in te stoppen. Weet je wat? Als jij voor mij een nieuwe zak haalt bij de Naaipiet, dan geef ik jou een stuk pakpapier." "Is goed," zei Pietje met een zucht, "een nieuwe zak."
PIetje klom de zoldertrap op. Op zolder stond Naaipiet aan een lange tafel en knipte in een lap stof. Naaipiet maakte alles van stof wat ze nodig hadden: kleren, pietenmutsen, gordijnen, tafelkleden en ook de grote zakken waar alle pakjes in gingen. "Naaipiet, heb je voor mij een nieuwe zak? Dan geef ik die aan Inpakpiet, dan geeft hij mij een stuk pakpapier, dat geef ik dan aan Bakpiet, dan geeft hij mij een speculaaspop, die geef ik dan aan Luisterpiet en dan vertelt hij waar de ring van Sinterklaas is, zodat ik hem kan poetsen." "Hmmm," zei Naaipiet en keek naar zijn schaar, "deze schaar is bot. Weet je wat? Als jij voor mij een nieuwe schaar haalt bij de Voorraadpiet, dan geef ik jou een zak." "Is goed," zei Pietje met een zucht, "een schaar."
Zo snel als hij kon, liep Pietje naar het grote pakhuis. Al het speelgoed dat ze kochten voor de kinderen, lag daar voordat het werd ingepakt. Maar er lagen ook nieuwe spullen voor Sinterklaas en de pieten zelf. Als Pietje niets te doen had, ging hij vaak kijken in het pakhuis. Hij droomde dan hoe hij later als grote Piet de kinderen blij zou maken met die mooie, glimmende, nieuwe spullen.
"Zo," bromde Voorraadpiet, toen Pietje binnenkwam, "ben je daar weer?" "Ja," zei Pietje, "maar deze keer kom ik iets halen. Heb je voor mij een nieuwe schaar? Dan geef ik die aan Naaipiet, dan geeft hij mij een nieuwe zak, dan geef ik die aan Inpakpiet, dan geeft hij mij een stuk pakpapier, dat geef ik dan aan Bakpiet, dan geeft hij mij een speculaaspop, die geef ik dan aan Luisterpiet en dan vertelt hij waar de ring van Sinterklaas is, zodat ik hem kan poetsen."
Voorraadpiet schudde met zijn hoofd en begon te lachen: "Jij krijgt van mij een schaar, als je belooft dat je voortaan alleen nog maar met je ogen naar de voorraad kijkt in het pakhuis en niet met je vingers." Pietje voelde hoe zijn wangen warm werden en boog zijn hoofd. "Sorry, ik zal niet meer aan de spullen zitten." Voorraadpiet stond op en liep een van de gangen in en kwam terug met een grote, glimmende schaar. "Alsjeblieft. Doe je er voorzichtig mee? NIet mee rennen, hè?" "Dankjewel," mompelde Pietje.
Zo snel mogelijk, maar zonder te rennen, liep Pietje met de schaar terug naar Naaipiet. Naaipiet was heel blij met de schaar, hij knipte fantastisch, en gaf Pietje een splinternieuwe pakjeszak. Pietje bracht de zak naar Inpakpiet en die gaf hem een groot stuk pakpapier met hartjes erop. Pietje bracht het zonder te kreukelen bij Bakpiet. Die was er zo blij mee, dat hij Pietje niet één, maar twee speculaaspoppen gaf. De ene at Pietje op en de andere bracht hij voorzichtig, want hij mocht niet breken, naar de pietenkamer.
Luisterpiet was nog steeds de enige piet in de kamer. Hij zette zijn koptelefoon af: "Lekker, speculaas!" Pietje keek hem vragend aan: "En... de ring? Waar is die?" "Oh, de ring... hier," zei Luisterpiet en haalde hem met een grijns uit zijn broekzak.
Pietjes mond viel open van verbazing. "Heb jij... had jij... de ring al die tijd in je broek? Had jij hem gepakt?" Luisterpiet knikte en grinnikte.
Pietje kon er niet om lachen. "Dat is gemeen! Als je iets zomaar pakt ben je een dief!" riep hij boos. Luisterpiet haalde zijn schouders op en pakte de speculaaspop van tafel.
Plotseling wist Pietje wat hij moest doen. "Wacht," zei hij, "NIet opeten. Weet je wat? Als jij die speculaaspop aan mij geeft, dan zal ik niet aan Sinterklaas vertellen dat jij zijn ring hebt gestolen."
Pietje stak zijn hand uit en zonder iets te zeggen gaf Luisterpiet de speculaas terug. Met een boos gezicht zette hij de koptelefoon weer op zijn oren.
Pietje ging aan tafel zitten. Hij smikkelde zijn speculaaspop op en daarna poetste hij de ring totdat die glom. Even later gaf hij de ring aan Sinterklaas. "Zo zo," zei Sinterklaas, "dat duurde lang. Het was zeker gezellig bij de Pieten." Pietje glimlachte en zei niets.
Tekst: Melanie Plag
© Babboes, 2017
Lees in mijn Vertelidee van november 2017 hoe je dit verhaal kunt vertellen en welke aanvullende activiteiten je erbij kunt doen.