Alex keek naar buiten. De lucht was grijs en het was koud. Hij verveelde zich en blies wolkjes op het koude raam. "Mama, mag ik buiten spelen?" "Ja hoor. Neem Laika meteen mee, dan is die ook even eruit." Alex trok zijn jas aan en riep zijn hond Laika. Hij vond het heerlijk om met haar naar het bos te gaan en Laika ook. Ze blafte opgewonden toen hij de deur opendeed. "Vergeet je wanten niet," riep zijn moeder, "het gaat misschien sneeuwen!" Alex propte de wanten snel in zijn zakken en rende naar buiten.
Laika kende de weg. Vrolijk blaffend rende ze door de tuin, naar het begin van het bospad. Alex rende lachend achter haar aan het bos in. HIj sprong over de knobbelige boomwortels op het pad en merkte niet dat een van zijn wanten uit zijn zak viel. De want bleef liggen tussen de dorre bladeren. Het geblaf van Laika en de stem van Alex verdwenen in de verte.
Toen het helemaal stil was geworden, kwam er een kleine muis tevoorschijn. Ze snuffelde aan de want. Ze liep eromheen en tuurde in de opening. Wat een lekker warm en zacht holletje was dit. Precies wat ze nodig had in dit koude weer! Ze kroop in de want en maakte het er gezellig. Het paste precies.
Knus en warm zat de muis in de want. Er klonk geritsel. Een Eekhoorn stak zijn snuit naar binnen: "Wie woont er in dit holletje?" "Ik ben Mia Muis," zei de muis, "en wie ben jij?" "Ik ben Erik Eekhoorn. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor," zei de muis en hij schoof een stukje op om plaats te maken voor de eekhoorn. Het paste precies.
Met zijn tweeën zaten ze knus en warm in de want. Er klonk geschuifel en een konijn keek naar binnen. "Wie woont er in dit holletje?" "Mia Muis en Erik Eekhoorn. Wie ben jij?" "Ik ben Koos Konijn. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor!" De muis en de eekhoorn schoven een stukje op om plaats te maken voor het konijn. Het paste precies.
Met zijn drieën zaten ze knus en warm in de want. Er klonk gesnuffel en een vos keek naar binnen. "Wie woont er in dit holletje?" "Mia Muis, Erik Eekhoorn en Koos Konijn. Wie ben jij?" "Ik ben Vera Vos. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor!" De muis, de eekhoorn en het konijn schoven een stukje op om plaats te maken voor de vos. Het paste precies.
Met zijn vieren zaten ze knus en warm in de want. Er klonk gehijg en een wolf keek naar binnen. "Wie woont er in dit holletje?" "Mia Muis, Erik Eekhoorn, Koos Konijn en Vera Vos. Wie ben jij?" "Ik ben Willem Wolf. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor!" De muis, de eekhoorn, het konijn en de vos schoven een stukje op om plaats te maken voor de wolf.Het paste precies.
Met zijn vijven zaten ze knus en warm in de want. Er klonk gegrom en een wild zwijn keek naar binnen. "Wie woont er in dit holletje?" "Mia Muis, Erik Eekhoorn, Koos Konijn, Vera Vos en Willem Wolf. Wie ben jij?" "Ik ben Zeno Zwijn. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor!" De muis, de eekhoorn, het konijn, de vos en de wolf schoven een stukje op om plaats te maken voor het zwijn. Het paste precies.
Met zijn zessen zaten ze knus en warm in de want. Er klonk gesnuif en een hert keek naar binnen. "Wie woont er in dit holletje?" "Mia Muis, Erik Eekhoorn, Koos Konijn, Vera Vos, Willem Wolf en Zeno Zwijn. Wie ben jij?" "Ik ben Hennie Hert. Dit holletje is precies wat ik zoek met deze kou. Pas ik er ook nog bij?" "Ja hoor!" De muis, de eekhoorn, het konijn, de vos, de wolf en het zwijn schoven een stukje op om plaats te maken voor het hert. Het paste precies.
Met zijn zevenen zaten ze knus en warm in de want. Het begon te sneeuwen.
Ondertussen waren Alex de jongen en zijn hond al een heel eind in het bos. Laika hapte naar de sneeuwvlokken in de lucht. Alex gooide sneeuwballen tegen de boomstammen. Hij kreeg er koude handen van. Hij greep in zijn zak om zijn wanten te pakken. O nee, het was er maar een! Nu moesten ze terug om de andere te zoeken.
Laika rende vooruit. Het pad was nu bedekt met sneeuw. Maar midden op het pad, lag een grote witte bult. Wat was dat?
Laika begon opgewonden te blaffen. De zeven dieren in de want schrokken van het geblaf en ze renden de want uit: Hennie Hert, Zeno Zwijn, Willem Wolf, Vera Vos, Koos Konijn, Erik Eekhoorn en als laatste Mia Muis. Weg van het lawaai, het koude bos weer in.
Toen Alex even later de bocht om kwam, zag hij zijn want liggen. Gelukkig! Hij raapte hem op en trok hem aan. Hij was een beetje groot, maar wel lekker warm.