Een verhaal uit Indonesië over het slimme dwerghertje Kantjil*
In het oerwoud leven veel dieren: apen, slangen, vogels. Maar ken je de kantjil al? De kantjil is een klein beestje, niet hoger dan je knie. Het is een piepklein hertje met een spitse snuit en dunne pootjes. Hij is klein en dus niet erg sterk, maar wel heel slim! Hij is de andere dieren altijd te slim af. Luister maar.
Op een dag liep Kantjil door het oerwoud langs de rivier. Hij had honger. Maar al gauw rook hij iets lekkers. Aan de overkant van de rivier stond een doerianboom**, met grote, groene stekelige vruchten. De geur van de vruchten waaide over de rivier en Kantjils maag begon te knorren. Doerian was zijn lievelingseten!
Maar de rivier was breed en het water stroomde snel. Kantjil zou nooit naar de overkant kunnen zwemmen. Bovendien leefden er in het water krokodillen: het was levensgevaarlijk om ook maar één poot in het water te zetten. Kantjil zuchtte: hoe kwam hij nou toch bij die heerlijke doerian aan de overkant? Toen kreeg hij een idee...
Voorzichtig stapte Kantjil dichter naar de rivier. Hij stond nu vlak bij het water en het duurde niet lang voor Krokodil tevoorschijn kwam en zijn bek wijd opende. "Aaaah, Kantjil! Je komt precies op tijd. Ik had namelijk net zin in een lekker sappig ontbijtje. Hmmm..." Maar Kantjil was niet bang. "Nee, nee, wacht even," zei hij, "je kunt me niet zomaar opeten. Ik kom namelijk voor een opdracht van Koning Leeuw!" Teleurgesteld liet Krokodil zijn bek met een klap dichtvallen. "De koning? Een opdracht? Waar heb je het over? Ik heb honger!" Krokodil likte met zijn tong langs zijn gevaarlijke rij tanden. Maar Kantjil ging rustig verder: "De koning wil graag weten wie de grootste familie in het land heeft en ik heb de opdracht om te tellen hoeveel krokodillen er zijn. Dus roep je hele familie er maar bij, dan kan ik beginnen."
Mopperend deed Krokodil wat Kantjil vroeg. Binnen de kortste keren lag de hele rivier vol met tientallen krokodillen. "Is dit iedereen?" vroeg Kantjil. "Yep," zei de krokodil, "ooms, tantes, broers, zussen, neven, nichten, iedereen. Begin nou maar snel want ik heb honger." Maar Kantjil was nog niet tevreden. "Zo kan ik toch niet tellen," zei hij, "als iedereen zo kris-kras door elkaar zwemt raak ik helemaal in de war. Jullie moeten netjes op een rijtje gaan liggen. Als jij nu eens hier bij mij langs de oever komt liggen en dan je broer ernaast en de volgende daarnaast, dan moet het wel lukken."
Krokodil zuchtte en ging netjes langs de kant liggen, vlak voor Kantjils voeten. Alle andere krokodillen volgden zijn voorbeeld en even later lagen ze allemaal keurig zij aan zij in de rivier, in een rij van deze kant tot aan de overkant.
Toen begon Kantjil te tellen. HIj pakte een dikke stok en hupte van krokodil naar krokodil. HIj gaf iedere krokodil een flinke klap op zijn kop en telde: "Eén, twee, drie, vier,.." tot dat hij bij de laatste krokodil aan de overkant kwam. "Genoeg!" zei hij bij de laatste klap en sprong aan land. "Ik hoefde alleen maar naar de overkant, dankjewel voor jullie hulp!" en gauw rende Kantjil naar de doerianboom, terwijl de krokodillen hem - nog suf van de klap - nakijken.
*) De kantjil is een dwerghertje dat leeft in het Javaanse regenwoud. Hij is nog geen halve meter groot en weegt zo'n twee kilo. Er zijn veel verhalen over de kantjil, waarin hij andere dieren (of mensen) altijd te slim af is. De verhalen zijn te vergelijken met die van Reinaard de Vos in Nederland of van Anansi de spin uit het Caribisch gebied.
**) De doerianboom is een tropische boom met 15-30cm grote, stekelige vruchten. In de vrucht zit een grote pit met eetbaar, puddingachtig vruchtvlees. De vruchten hebben een penetrante geur en worden daarom ook wel 'stinkvrucht' genoemd.
© Babboes 2012 (voor de tekst in deze vorm)
Voor Kinderboekenweek 2012 ('Hallo, wereld!') maakte Babboes ansichtkaarten bij verhalen uit de hele wereld. Klik op de afbeelding hieronder voor een gratis download van deze kaart. Uitprinten op dik A6 papier (een kwart van een A4-tje) en je hebt je eigen ansichtkaart!